1. Home
  2.  | 
  3. VSO
  4.  | 
  5. Fases
  6.  | Op Noord

Op Noord

3 fasen

Om goed aan te sluiten bij het ontwikkelingsniveau van leerlingen, is het onderwijs op onze school ingedeeld in 3 fases. In principe blijft een leerling tot zijn of haar 18e op school, in uitzonderingsgevallen tot het 20e levensjaar. 

Oriëntatie fase

12-14 jaar

In deze fase krijgen de leerlingen verschillende algemene vakken gericht op de basisvaardigheden, zoals taal en rekenen. Ook werken ze aan burgerschap: leren omgaan met anderen, meedoen in de samenleving en weten wat je rechten en plichten zijn.

Tijdens de branchelessen ontdekken de leerlingen welke vaardigheden belangrijk zijn voor werk, dagbesteding en een zelfstandig leven. Ze leren bijvoorbeeld samenwerken, plannen en omgaan met materialen.

In klas 1 volgen de leerlingen alle praktijkrichtingen (branchelessen), zodat ze goed kunnen ontdekken wat bij hen past. In klas 2 hoeven ze één richting niet meer te volgen.

Op VSO Op Noord zitten leerjaar 1 en 2 samen in de klas. Zo leren ze van én met elkaar binnen hun eigen niveau.

Voorbereidende fase

15-16 jaar

Ze doen één of meer interne stages binnen de school. Zo kunnen ze oefenen met echte werksituaties.

In leerjaar 3 en 4 zitten de leerlingen samen in één groep, passend bij een ieder zijn niveau en uitstroombestemming.

Het verschil met leerjaar 1/2 is dat de nadruk nu meer ligt op het oefenen en toepassen van wat ze leren. De theorie (zoals taal en rekenen) wordt vaker direct gekoppeld aan de praktijk.

Leerlingen oefenen hun vaardigheden in korte, realistische situaties, zoals tijdens branchelessen en andere activiteiten. Zo bereiden zij zich stap voor stap voor op hun volgende stap: stage, beschut werk of dagbesteding en het zelfstandig deelnemen in de maatschappij. Passend bij een ieder zijn mogelijkheden.

Transitie fase

17-18 jaar

Het accent van deze fase ligt op het eigen maken van de praktische vaardigheden tijdens langere, externe praktijksituaties als voorbereiding op het verlaten van de school en actieve deelname aan de maatschappij.

Veelgestelde vragen

Wat zijn praktische vaardigheden?
Dit zijn allerlei sociale, communicatieve en werknemersvaardigheden die de leerlingen nodig hebben om zelfredzaam te zijn in de maatschappij. Bijvoorbeeld leren samenwerken, omgaan met de mening van een ander en onderlinge problemen oplossen. Maar ook leren plannen, zelfstandig boodschappen doen, koken en voor jezelf zorgen. Daarnaast kunnen leerlingen als dit past bij hun ontwikkelingsprofiel vakspecifieke vaardigheden leren. Zo leren zij bijvoorbeeld bij de branche Facilitaire dienstverlening schoonmaakwerkzaamheden zoals stoffen en stofzuigen en bij de branche Groen leren zij planten en bomen te onderhouden.
Waarom lopen leerlingen stages?

Onze leerlingen leren vooral uit de praktijk. Alle leerlingen lopen daarom meerdere keren stage om zoveel mogelijk ‘levensecht’ te leren en verschillende praktijkervaringen op te doen. Dat begint met een stage/activiteit binnen de veilige omgeving van de school onder begeleiding en eindigt met een externe stage zonder directe begeleiding vanuit de school.

Waar lopen leerlingen stages?

Wij werken o.a. samen met Boerderij Het Lansingerland in Bergschenhoek. Hier bieden onze docenten i.s.m. de medewerkers modern onderwijs buiten de school. Deze locatie is een leerwerkplek waarin onze leerlingen binnen het bedrijf levensecht kunnen leren, en dat binnen de verschillende onderdelen van het bedrijf. We zijn erg blij met deze samenwerkingspartner en bovendien is het goed bereikbaar voor alle leerlingen van de school.

En in onze school zit een echt lunchcafé: Lunchcafé “Op Smaak”. Hier bereiden en serveren onze leerlingen met veel passie en plezier heerlijke maaltijden voor echte gasten. Daarnaast worden onze horecaleerlingen opgeleid tot Barista. 

Krijgen leerlingen huiswerk?

Leerlingen krijgen soms extra oefenstof als huiswerk mee bijvoorbeeld om hun woordenschat te vergroten. Huiswerk is altijd maatwerk. Sommige leerlingen krijgen geen huiswerk, maar worden volledig op school begeleid.