1. Home
  2.  | 
  3. VSO
  4.  | 
  5. Branches
  6.  | Op Zuid

Op Zuid

Branches

Leerlingen volgen praktijklessen in een branche. Tijdens deze lessen leren de leerlingen vakspecifieke vaardigheden én algemene vaardigheden die op elke werkplek of thuis van pas komen. Naast de lessen op school worden er ook activiteiten buiten school georganiseerd om ‘levensechte’ ervaringen op te doen. Zo kunnen leerlingen voor Consumptieve Technieken een maaltijd verzorgen voor het nabijgelegen seniorencomplex de Zonnetrap in ons leerlingrestaurant “Eten op Zuid”. Dit is ook voor andere belangstellenden geopend op donderdagavond op vastgestelde data.

Op deze wijze bereiden wij de leerlingen voor om in een bedrijf te gaan werken, op een arbeidsmatige dagbesteding en op een zo zelfstandig mogelijk bestaan in de maatschappij.

Op onze school onderscheiden we onderstaande branches.

Facilitaire dienst­verlening en Zorg

Leerlingen leren voor zichzelf en anderen te zorgen. Zij leren allerlei schoonmaakvaardigheden zoals stofzuigen en moppen. Ook leren zij een helpende hand te bieden bij andere ondersteunende diensten.

Groen

Leerlingen worden opgeleid voor het werken in de groenvoorziening en het verrichten van tuinonderhoud. Zo leren ze bomen en planten te verzorgen, gereedschappen te gebruiken en vaardigheden als schoffelen, harken en vegen.  

Handel en Economie

Leerlingen leren praktische vaardigheden als geld afrekenen, vakken vullen, een pakbon maken en omgaan met klanten als voorbereiding op het werken in een winkel. Daarnaast leren ze computer vaardigheden.

Techniek

Leerlingen worden opgeleid voor het (veilig) werken in bijv. de houtbewerking of de fietsreparatie. Zo leren ze verschillende gereedschappen te gebruiken en eenvoudige technische handelingen zoals meten, zagen en timmeren.

Consumptieve Technieken

De leerlingen leren vaardigheden om te kunnen werken in de bediening of de keuken. Ze leren eenvoudige maaltijden klaar te maken en vaardigheden zoals wegen, schillen en snijden.

Zedemo

Tijdens de lessen Zedemo oefenen leerlingen werknemersvaardigheden (en de motoriek), oog-handcoördinatie-bewegingen en werken met een planning/opdracht.

We kijken goed naar de leerlingen. Wat kunnen zij aan? Waar beleven zij plezier aan?